Waarom wordt je lichaam ziek?

Actieve zuurstof als vervuiler

Zuurstof is noodzakelijk voor het leven, we kunnen niet zonder. We hebben het niet alleen nodig voor de ademhaling; zuurstof houdt ook het verbrandingsproces in de cellen in gang.

Door de verbranding komt energie vrij. Bij een verbrandingsproces in een organisme ontstaan echter ook de z.g.n. vrije radicalen: kleine uiterst agressieve zuurstofdeeltjes die weliswaar in een organisme thuis horen, maar bij een overdaad ervan schadelijk zijn.

Ze zijn nodig, omdat ze een rol spelen in een goed functionerend afweer systeem. Maar ze kunnen ook cellen beschadigen en daardoor laten afsterven.

http://www.radartv.nl/uitzending/archief/detail/aflevering/20-02-2012/e-nummers

Ze zijn de oorzaak van het verouderingsproces.

Dode en levende materie hebben de neiging om te oxideren en uiteen te vallen. Oxidatie is het aangaan van een verbinding met zuurstof. Als een appel  een tijdje blijft liggen dan wordt deze op een gegeven moment vanzelf bruin en rimpelig.Als er geen verbinding met zuurstof tot stand komt, blijft de appel intact.

Het is nu mogelijk om ziekten in de bodem, plant, dier en mens te verklaren op basis van oxidatie en het uiteen vallen van de DNA-Structuur. Zuurstof in zijn moleculaire toestand heeft niet direct het vermogen om materie te oxideren. Om dit te bewerkstelligen moet zuurstof in een actieve toestand komen. Een dergelijke actieve zuurstof wordt een vrije radicaal genoemd.

Eenvoudig gezegd: de reactie van een vrije radicaal is te vergelijken met verbranding, levende organismen gebruiken de hierdoor vrijgekomen warmte. Levende organismen hebben het vermogen om deze reactie te controleren en kunnen daartoe anti-oxidanten produceren.

Gerimpelde appel

Anti-oxidanten kunnen een overmaat aan actieve zuurstof omzetten in water.

Oxidatieve weerstand is het vermogen om de overmaat aan actieve zuurstof te weerstaan.

Over het algemeen hebben levende organismen een anti-oxidatief vermogen, daarentegen hebben thermofiele en putrificerende bacteriën* en pathogenen een oxidatieve weerstand.
Andere bekende bacteriën hebben een hoge oxidatieve weerstand en kunnen zeer actief zijn onder hoge oxidatieve omstandigheden.

*putrificerende bacteriën die in de dikke darm aminozuren omzet in polyamines, of giftige nevenproducten van eiwitten


Echter, hogere levensvormen zijn alleen aangewezen op de eigen anti-oxidatieve werking om de zuurstof reacties te reguleren en ondervinden verschillende verstoringen door een overmaat van oxidanten.

Een te snelle verbranding is een gevolg van een overmaat aan oxidatie. Een dergelijke verbranding veroorzaakt niet alleen de afbraak van het DNA, maar van het gehele systeem, dat daardoor niet meer in staat is naar behoren te functioneren.

Als we op deze manier naar verschillende ziekten kijken, veroorzaakt de afbraak van het DNA  uiteindelijk de dood en wordt kanker veroorzaakt door beschadiging van kanker genen. Vele ziekten kunnen worden verklaard in termen van oxidatie van het DNA.  Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar ziekten en immuniteit. Echter, het is nog niet goed bekend dat immuniteit en anti-oxidatie twee zijden zijn van dezelfde medaille.

Het wordt steeds duidelijker dat de weerstand tegen ziekten, ouderdom en vitaliteit van levende organismen afhankelijk is van het vermogen tot oxidatie.

kanker

Alle stoffen die als vervuilers worden gekenmerkt, zijn sterk oxidatief. Zelfs kleine hoeveelheden van deze stoffen zijn in staat om grote hoeveelheden vrije radicalen te produceren.

Chemische gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest, agressieve reinigingsmiddelen, chemische onkruidverdelgers,  sommige voedingssupplementen, de meeste medicijnen, uitlaatgassen van verkeer en industrie, niet hergebruikte organische materialen en vele andere verrotte substanties, zoals dierlijke mest, (drijfmest) zijn alle verwekkers van oxidatie.

Indien de milieuvervuiling niet wordt opgelost, dan blijven de problemen met betrekking tot oxidatie bestaan en dientengevolge wordt de oorzaak van onveilig  en ongezond voedsel niet weggenomen.

In de natuur bestaan twee processen, n.l. dat van opbouw en dat van afbraak van het leven. Omdat  van micro-organismen het vermogen om stoffen af te breken zeer goed bekend is, wekken deze organismen de indruk dat zij alleen betrokken zijn bij het afbraakproces.

Echter wanneer men het opbouwproces nader bekijkt, dan zijn micro-organismen wel degelijk betrokken bij de synthese van organisch materiaal. De kracht van dit opbouwproces ligt in het anti-oxidatieve  vermogen en het immuunsysteem van de levende stof.

Oxiden en bepaalde micro-organismen die een snelle oxidatie en decompositie bewerkstelligen, zijn de veroorzakers van het afbraakproces.

Micro-organismen zijn de kleinste levensvormen, onzichtbaar voor het blote oog. Het begin van afbraak en/of opbouw wordt door micro-organismen bepaald.

Het is daarom ook in het belang van iedereen dat er weer gezond voedsel wordt geproduceerd. In Nederland alleen  b.v. is er ca. 2 miljoen hectare landbouwgrond. Per hectare wordt per jaar gemiddeld ca. 275 kilo stikstof toegediend in de vorm van kunstmest.

Het stikstofgehalte in de meeste kunstmest is ca. 27%, waardoor er per hectare dus 1000 kilo kunstmest wordt gebruikt. Dit vermenigvuldigd met 2 miljoen maakt een totale gift van 2 miljard kilo kunstmest per jaar met alle gevolgen voor het voort bestaan van de mensheid.

Meer interessante informatie:

De gevaren van genetische manipulatie worden ook ernstig onder schat

Door verandering in de eiwitketens is GMO de oozaak van vele ziektes

Codex Alimentarius

Opkomst MRSA bacterie

Milieu oorzaak van veel ziekten

Soja goed voor borsten maar slecht voor de prostaat

Industrieel voedsel

EU – ‘Industrieel voedsel maakt 10% van de bevolking ziek’

Het huidige moderne, industrieel bereidde voedsel maakt 10% van de bevolking ziek. Dat is de stelling van Professor Geuns, biologisch onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Leuven. Een groot deel van de bereide producten bevat teveel vet, suiker, zout en smaakstoffen, meent hij. Het voedsel heeft nauwelijks nog smaak wanneer het massaal wordt geproduceerd. En om dat te corrigeren worden al deze stoffen toegevoegd.

Geuns schat dat het de EU jaarlijks 230 miljard euro kost om ziekte als gevolg van slechte voeding te behandelen. Het gaat dan vooral over hart- en vaatziekten en diabetes. Het bedrag is gebaseerd op de kosten van medicijnen, ziekenhuisopnamen, dotteren, hartoperaties, amputaties, speciale diëten en personeelskosten.

Niet alleen de toegevoegde stoffen vormen een punt van zorg voor de bioloog. Hij is er ook van overtuigd dat het huidige voedsel zo hygiënisch wordt geproduceerd dat het ten koste gaat van ons afweersysteem. De kansen op allergieën nemen daardoor toe.

De Belgische wetenschapper ziet veel toekomst in de biologische landbouw. Op het moment dat mensen kiezen voor biologische producten, weten ze wat ze eten. Dat is de hogere prijs die betaald moet worden naar zijn mening zeker waard.

bron: agriholland.nl, 06/03/2006

biologishe landbouw


Zware overschrijding pesticidenresidu op druiven

Het Voedselagentschap meldt dat een reeks Belgische blauwe druiven van een kweker uit de handel moet genomen worden. Er werd een zware overschrijding van de norm voor het pesticide dimethoaat vastgesteld, wat een gevaar voor de volksgezondheid kan inhouden. Zo staat in een persmededeling van het agentschap.

Het betreft blauwe druiven van de variëteit Ribier, afkomstig van producent 33748/1294 van de Mechelse Veilingen. Ze worden los verkocht in kistjes van 5 kg. Fruithandelaars die dergelijke druiven in hun aanbod hebben, moeten deze uit de handel nemen en hun klanten hiervan via een uitgangbord op de hoogte brengen.

Om hoeveel kilo druiven het precies gaat, kan het Voedselagentschap niet zeggen. Woordvoerder Pascal Houbaert: “Het probleem werd vastgesteld bij één kweker in België, en sowieso zijn er niet zoveel blauwe druiven in ons land”.

Het is volgens Houbaert uitzonderlijk dat er een gezondheidswaarschuwing moet worden uitgestuurd wegens het gebruik van pesticiden. “Maar de normen waren deze keer dermate overschreden dat we een dergelijke waarschuwing moeten lanceren”.

Bepaalde bevolkingsgroepen zoals bijvoorbeeld kleine kinderen die van de besmette druiven eten riskeren last te ondervinden, bijvoorbeeld in de vorm van huiduitslag. Van blijvende schade is volgens de woordvoerder geen sprake. Dimethoaat is een pesticide dat sinds 2003 niet meer erkend is. Er is een proces-verbaal opgemaakt tegen de kweker van de druiven.

Bron: Belga

Wijngaard met veel pesticiden

Cadmium in nieren Belgische runderen.

Er is een significante cadmiumcontaminatie vastgesteld van een groot percentage van de nieren bij volwassen runderen. Dat meldt het Voedselagentschap.
Dat heeft voor een monitoring in het kader van de “Umicore-verontreiniging” het gehalte aan cadmium in de nieren van runderen geëvalueerd.

België werd via het Europese snelle waarschuwingssysteem (RASff) op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van cadmium in zinksulfaat behorend tot een lot afkomstig uit China en ingevoerd door Frankrijk. Zinksulfaat wordt gebruikt in minerale aanvullingen voor runderen.

Enkele Belgische bedrijven, gespecialiseerd in de handel van deze producten, hebben dit lot gebruikt voor de verdeling van likstenen en minerale additieven voor kalveren. Deze producten zijn bestemd voor opfokkalveren (dus niet voor mestkalveren) en voor melkkoeien in lactatie.

Bron: Gazet van Antwerpen 15-02-2006

Belgische runderen

Dioxine en pcb’s

“Dioxinecrisis had wél effect op gezondheid”

De dioxinecrisis die in de lente van 1999 uitbrak in ons land, had wel degelijk effect op de gezondheid. Dat meldt Professor Nik van Larebeke van de Universiteit Gent dinsdag in een persbericht. Hij reageert daarmee op de documentaire ‘Keerpunt: de dioxinecrisis’ die maandagavond werd uitgezonden op Canvas.

Van Larebeke, die destijds lid was van de wetenschappelijke dioxinecommissie, heeft het naar eigen zeggen moeilijk met sommige beweringen uit de uitzending “als zou de crisis geen belang gehad hebben voor de gezondheid”.

Vlaamse biomonitorstudies hebben aangetoond dat de dioxinecrisis bij Vlaamse vrouwen een toename met ongeveer 33 pct in de lichaambelasting aan pcb’s 153 en pcb’s 138 heeft veroorzaakt.

Pcb’s 138 en 153 waren de belangrijkste componenten van de besmetting tijdens de dioxinecrisis. Uit die toename met 33 pct van die pcb’s kan volgens van Larebeke afgeleid worden dat de stijging in dioxines 5,5 pct bedroeg in de lichaamsbelasting, wat minder was dan wetenschappers hadden geschat. Dat laat volgens de prof vermoeden dat “slechts” 23,5 pct van de dioxinebesmetting bij de bevolking is terecht gekomen.

“Verheugend is wel dat de gegevens van het Voedselagentschap en van het Vlaamse Steunpunt Milieu en Gezondheid tonen dat de dioxine- en pcb-besmetting van onze voedingsmiddelen en van ons lichaam afnemen”, luidt het in het persbericht.

Ook al ligt de besmetting met dioxines en pcb’s lager dan wetenschappers hadden vermoed, toch vormen die stoffen ook in lage dosis een belangrijke bedreiging voor de gezondheid, benadrukt van Larebeke. Heel wat vervuilende stoffen werken trouwens sterker in bij een lage dosis dan bij een hogere dosis. Dat is ook het geval voor dioxines, een “receptorbindende stof”.

Receptoren zijn specifieke proteïnen waaraan stoffen zich kunnen “binden”. Bij receptorbindende stoffen is het zo dat lage dosissen “relatief meer effect hebben dan zeer hoge dosissen, omdat het opdrijven van de dosis, boven een concentratie waarbij de receptor nagenoeg verzadigd is, geen betekenisvolle stijging van het effect met zich zal brengen”, luidt het.

Het is al overvloedig aangetoond dat dioxines ook bij zeer lage dosissen, die veel lager zijn dan de concentraties in ons lichaam, al biologische effecten hebben. Studies bewijzen ook dat dioxines een belangrijks kankerverwekkend effect hebben bij de mens.

Toch zijn er volgens van Larebeke goede redenen om te denken dat kanker niet het belangrijkste gezondheidseffect van dioxines en pcb’s is. Verstoring van het hormonaal evenwicht, van de immuunweerstand, van de vruchtbaarheid en van de intra-uteriene ontwikkeling, in het bijzonder van het zenuwstelsel, zijn wellicht nog belangrijker volgens de wetenschapper.

Professor van Larebeke werkt bij het Studiecentrum Carcinogenese en Primaire Preventie van Kanker aan de Universiteit Gent.

Bron: Vilt 31-10-2006-11-01

Circa 3500 varkens om dioxinevoer geruimd

DEN HAAG – Ongeveer 3500 varkens van tien bedrijven, die het meeste veevoer vervuild met dioxine hebben gekregen, zullen uit voorzorg worden afgemaakt. De sector heeft zelf tot deze maatregel besloten, maakte de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) woensdag bekend.

Alle varkens van tien boerderijen die zwaarder wegen dan 50 kilogram worden op deze manier uit de handel genomen. In totaal betreft het circa 3500 varkens die geslacht en vernietigd zullen worden, aldus zegsman M. van der Lee van vleesverwerker Vion Food Group. Met de maatregel wil de sector voorkomen dat karbonades en speklapjes met te veel dioxine in de schappen van de supermarkten en slagerijen terechtkomen. ”Dit is een duidelijke maatregel die ervoor zorgt dat een betrouwbaar stukje varkensvlees in de schappen ligt.”

Varkens gaan normaal gesproken naar de slachterij wanneer ze een gewicht van ongeveer 110 kilogram hebben. De varkens die nu lichter dan 50 kilogram wegen, zullen straks bij het bereiken van dat eindgewicht niet te veel dioxine meer in hun lijf hebben, berekende het wetenschappelijke bureau van de VWA. ”Dat vlees is straks helemaal goed”, verzekert ook Van der Lee.

Land- en tuinbouworganisatie LTO vindt de besloten ruiming van de 3500 varkens drastisch maar goed. ”Alle twijfel wordt hiermee weggenomen. Wat betreft de dieren die uit de handel zijn genomen, is een ruime marge genomen”, stelt voorzitter A. ten Have van de vakgroep varkenshouderij. De varkenshouderij wil hiermee duidelijk maken dat het vlees, dat wel bij de consument terecht komt, veilig gegeten kan worden.

De inspectiedienst ontdekte begin deze week bij de proefslachtingen dat een deel van de varkens te veel van het kankerverwekkende gif in zich hadden. Woensdag bleek verder dat ongeveer 3600 varkens met een te hoog dioxinegehalte in de slachterijen verwerkt is. Op dit moment zijn nog 144 varkenshouderijen geblokkeerd, omdat de dieren veevoer met te veel dioxine hebben gegeten.

Een varken levert na de slacht ongeveer 90 kilo slachtvlees op, dat circa 1,30 euro per kilo opbrengt. (ANP)

© Het Parool, 08-02-2006

Varkens besmet met dioxine

Dioxine in varkensvoer

“Besmet voeder naar honderden varkenshouders”

Veevoer met varkensvet met te veel dioxine is naar schatting terechtgekomen bij enkele honderden Nederlandse varkenshouders. Dat zei directeur Van Lieshout van het mengvoederbedrijf O. Bouman uit het Noord-Brabantse Andel in Nederland.

Een routinecontrole van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bij het bedrijf, waarvoor half december monsters van het varkensvet werden genomen, bracht de vervuiling van het vet met de kankerverwekkende stof dioxine aan het licht.

Bij de vaststelling van de vervuiling deze week was het vet al verwerkt in veevoer voor kippen en varkens en verkocht aan veehouders. De varkenshouders, die het vervuilde voer kregen, zijn inmiddels gewaarschuwd door het bedrijf. Het varkensvet wordt ook niet meer in het veevoer gestopt, liet de directeur weten.

Van Lieshout verwacht overigens niet dat consumenten gevaar lopen. Slechts “1 tot 1,5 procent” van het veevoer bestaat uit varkensvet. Daarbij hebben de varkens het dioxinevoer slechts een of enkele keren te eten gekregen.

“Wij verwachten dan ook dat de effecten in mengvoeders en in het vlees zeer beperkt zullen zijn”.

De ontdekking van de giftige stof in het vet is voor de directeur als een “grote verrassing” gekomen. De vetten worden bijna maandelijks gecontroleerd op stoffen als dioxine. Zowel bij metingen in november als deze maand bleek het voederingrediënt schoon. “De oorzaak van de dioxinevervuiling is nog niet duidelijk”, aldus Van Lieshout.

De VWA maakte woensdagavond de dioxinevondst bekend. Het vervuilde varkensvet, dat 25 keer meer van het gif bevat dan is toegestaan, is volgens het Belgische Voedselagentschap geleverd door het Belgische bedrijf Profat.

Bron: Belga 27-01-2006

 

Profat wil geen commentaar kwijt in dioxinezaak.

Bij Profat, het vroegere Verkest, wil men geen commentaar geven op het Nederlandse dioxine-onderzoek. In een Nederlands mengvoederbedrijf is een verhoogd dioxinegehalte vastgesteld in varkensvet, dat volgens Nederlands onderzoek afkomstig zou zijn van het Belgische bedrijf Profat.

Profat is het vroegere bedrijf Verkest in Deinze, dat in 1999 aan de basis lag van de dioxinecrisis. Het Voedselagentschap heeft een onderzoek opgestart in het bedrijf, bij de afnemers en toeleveranciers.

Ondertussen werden alle producten bij Profat geblokkeerd. Het bedrijf houdt voorlopig de lippen op elkaar. “Geen commentaar”, was de mededeling die het telefonisch wilde geven. “Wij wachten af”.

Bron: Belga 26-01-2006

Zo gaat men in Nederland om met een klokkenluider:

Gedupeerde boer ook zijn bedrijf kwijt

Van onze correspondent

HEEMSERVEEN, donderdag

Veehouder Herman Kosse en zijn vrouw Truus, uit het Overijsselse Heemserveen, vallen van de ene ramp in de andere. Eerst kregen hun varkens met hormonen vervuild voer, nu is de agrariër door de daardoor ontstane financiële malaise ook nog eens zijn boerderij uitgezet.

Gisteren werd het boerengezin zelfs geboeid afgevoerd, omdat ze weigerden de boerderij te verlaten. „Er staan nog honderden varkens op mijn erf. Ik heb paarden, honden en katten. Wie gaat die opvangen? Die laat je toch niet achter?” vraagt Kosse zich vertwijfeld af.

Bovendien maakt de agrariër bezwaar tegen de veiling van zijn huis. De problemen voor het Overijsselse echtpaar begonnen in 2002.

De varkenshouderij van Kosse werd pas in het najaar van dat jaar op de hoogte gesteld dat zijn varkens de hele zomer met hormonen vervuild voer hadden gegeten. Ondertussen had de onwetende veehouder al vele tientallen vleesvarkens laten slachten en verkocht.
„Mensen hebben daarvan gegeten. Er zaten zelfs kankerverwekkende stoffen in”, beweert Kosse.

FOTO: FRANÇOIS WIERINGA

Varkensboer Herman Kosse en zijn vrouw Truus worden door de politie hun huis uitgezet. „Twintig jaar lang hebben mijn vrouw en ik dit bedrijf opgebouwd. Elke steen hebben we zelf in handen gehad. En nu wordt door die hormonenkwestie alles in één keer weggegooid. Onbegrijpelijk…”

Veel Nederlandse varkenshouders werden getroffen door de hormonenaffaire. Kosse bleef met de financiële schade zitten. „Ik ben nooit helemaal schadeloos gesteld en heb een hoop varkens uiteindelijk niet verkocht. Daarom kan ik nu mijn rekeningen niet meer betalen”, zegt hij.

En dus staan Truus en Herman sinds gisteren op straat. „Tegen ons is op het bureau proces-verbaal opgemaakt. Zo meteen mogen we weer weg, maar eigenlijk heb ik geen idee waar we naartoe moeten.”

Nadat Herman Kosse uit eigen beweging ging zoeken naar problemen met vruchtbaarheid onder zijn varkens, zocht hij ook in de samenstelling van het aan hem geleverde voer.

Door monstername tijdens het lossen van het voer door de voederleveranciers, en deze monsters te laten onderzoeken door een onafhankelijk laboratorium in Leipzig kwam hij er achter dat er geknoeid werd met het voer wat hij geleverd kreeg.

Na verder onderzoek door diverse slachtingen bleek dat de varkens verschrompelde baarmoeders hadden. Na deze constatering heeft Herman Kosse aan de bel getrokken. (zie publicatie telegraaf van 21-02-2005)

Door Bart Mos en Edwin Timmer

AMSTERDAM, maandag

Honderden kilo’s varkensvlees die met kankerverwekkende hormonen waren besmet, zijn twee jaar geleden gewoon op het bord van consumenten beland.

Dit stelt een Overijsselse veehouder, die destijds tientallen besmette varkens verkocht, zonder te weten dat hij slachtoffer was van gesjoemel met hormonen.

De varkenshouderij van Herman Kosse in Heemserveen werd pas in het najaar van 2002 op de hoogte gesteld dat zijn varkens de hele zomer met hormonen vervuild voer hadden gegeten. Ondertussen had hij al vele tientallen vleesvarkens laten slachten en verkocht.

Zijn beesten waren de voor gaande maanden dag in, dag uit, besmet met het synthetische hormoon mpa, dat als afval via een Ierse fabrikant van de anticonceptiepil in het veevoer terecht was gekomen.

“Het mengvoerbedrijf waar ik het voer had gekocht, was in de maand juli opgedragen orn besmet voer bij veehouderij en terug te halen. Maar dat hebben ze nooit gedaann. Een groot deel van mijn varkens raakte ziek en onvruchtbaar. Pas in september bleek waarom”, zegt boer Kosse.

Door een internationaal netwerk van handelaren die sjoemelden met het mpa‑hormoon raakte in 2002 voer van verschillende Nederlandse veevoerbedrijven besmet. Ruirn 50.000 varkens die voer uit de zwaarst vervuilde stroom vraten, werden in opdracht van minister Veerman (Landbouw) vernietigd.

Volgens een woordvoerder van het ministerie was de concentratie in de andere stromen minder zwaar, en vormde dat geen gevaar voor de volksgezondheid.

“De varkens mochten naar het slachthuis, nadat ze acht dagen schoon voer hadden ge­geten”, zegt een woordvoer­der. De varkens van Kosse kregen echter nooit schoonvoer.

Kosse vreest dat meer varkenshouders onbewust hun varkens voerden met vergif, en dat hun vlees zonder probleem in de schappen terecht is gekomen. Voor Annechien ten Have, voorzitter van de varkenshouders van landbouworganisatie LTO, is het voor het eerst dat ze hoort dat mogelijk niet al het voer is teruggehaald. Maar zolang de zaak onder de rechter is, wil zij niet reageren. Tot nu toe hield de varkenssector bij hoog en bij laag vol dat er nog geen besrnet karbonaadje bij consumenten terecht was gekomen.

Het bewuste mpa‑hormoon is volgens toxicologen kankerverwekkend, maar heeft door de geringe concentraties in het vlees geen gevaar opgeleverd voor de volksgezondheid. ,,De stof hoopt zich op in het vetweefsel van de dieren. Je moet wel enorme lappen vet eten om een gevaarlijke concentratie binnen te krijgen”, stelt toxicologe Johanna Fink-Gremmel van de Universiteit van Utrecht.

De Telegraaf 21-02-2005

Ban pesticiden en PCB’s uit voeding en drinkwater

De Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) vraagt de overheid om een doortastend milieubeleid te voeren dat kanker voorkomt. Ze vraagt daarbij vooral om het voorzorgsprincipe te hanteren en formuleerde tien aanbevelingen om blootstelling aan kankerverwekkende stoffen te verminderen.

Dat bleek vorige zaterdag op het symposium “Hoe kankerverwekkend is ons leefmilieu?” dat de VLK organiseerde.

Kanker verwekt door schadelijk leefmilieu

De kennis over het verband tussen milieuvervuiling en het ontstaan
van kanker is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Volgens de VLK tonen meer en meer studies aan dat het leefmilieu een belangrijke invloed heeft op de ontwikkeling van heel wat vormen van kanker.

“Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt een op tien chemische stoffen min of meer kankerverwekkend”, luidt het. “Studies tonen aan dat in het menselijk lichaam kankerverwekkende stoffen aanwezig zijn. Zo hebben moeders van mannen met testiskanker grotere hoeveelheden PCB’s en pesticiden in hun bloed dan moeders van gezonde mannen”.

De VLK pleit daarom voor meer preventie. “De prioriteit moet uiteraard gaan naar stoffen waarvan bewezen is dat ze kankerverwekkend zijn zoals tabaksrook, asbest, fijn stof en benzeen”.

Voor de andere stoffen moet het voorzorgsprincipe gelden. Dat bepaalt dat de blootstelling aan kankerverwekkende en hormoonverstorende stoffen en bepaalde vormen van straling zoveel mogelijk beperkt moet worden. “Ook al bestaat er nog onzekerheid over hoe groot het schadelijk effect nu precies is”.

Op het symposium presenteerde de VLK tien aanbevelingen, die ze samen met een wetenschappelijk comité heeft opgesteld, aan de Vlaamse minister van Leefmilieu Kris Peeters en een vertegenwoordiger van zijn federale collega Tobback.

De liga vraagt onder meer dat het verband tussen milieu en gezondheid een prioriteit wordt voor wetenschappelijk onderzoek.

Verder eist ze “dat er werk gemaakt wordt van een landbouwbeleid dat kankerverwekkende stoffen zoals PCB’s en pesticiden in de voeding en het drinkwater terugdringt”.

De liga pleit ook voor een aangepast mobiliteitsbeleid met minder schadelijke uitstoot en stimulering van milieuvriendelijk energieverbruik. Minister Peeters zei in een reactie dat hij verder zal investeren in het steunpunt Milieu en Gezondheid dat onderzoek doet naar het verband tussen de twee.

Bron: Belga  28/11/2005

NL – Reactie op onderzoek Consumentenbond: Biologisch en gezondheid

In het februarinummer van de Consumentengids zijn biologische en reguliere groenten met elkaar vergeleken. Biologica en het Louis Bolk Instituut zien dit onderzoek in een breder kader:

De voordelen van biologische landbouw voor biodiversiteit, schone bodem en drinkwater, ofwel een gezond milieu zijn onomstreden. De biologische sector heeft duidelijke aanwijzingen dat er ook meer ‘gezonde stoffen in biologisch geteelde producten zitten’ maar heeft daar nooit een directe gezondheidsclaim aan verbonden.

Belangrijk is wel dat de biologische landbouw geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt en dat er daardoor praktisch geen pesticidenresiduen in biologische producten zitten. Dit wordt ook in de Consumentengids erkend.

Kind met groentes in hand

Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat kinderen die gangbare groenten en fruit eten, pesticidenresiduen in hun urine hebben. Zodra de kinderen biologisch gingen eten, verdwenen de sporen bijna meteen uit hun urine. Vielen de kinderen vervolgens terug op hun normale dieet, dan kwamen de pesticiden ook terug.

Wereldwijd zijn er honderden onderzoeken* gedaan naar het verschil in voedingswaarden tussen biologische en gangbare producten. Uit meer dan de helft van deze onderzoeken blijkt dat biologisch geteelde groenten en fruit meer gezonde stoffen, zoals vitamine C, bevatten dan gangbaar geteelde producten.

Recente onderzoeken laten zien dat in biologische zuivel meer gezonde vetzuren (CLA en omega-3 vetzuren) zitten. Nu dus een onderzoek van de Consumentenbond waar de voordelen van meer gezonde stoffen niet duidelijk uitkomen. Natuurlijk jammer, en we zullen het onderzoek goed bekijken.

In het licht van de tientallen onderzoeken die de voordelen van biologisch aangeven en het kleine aantal indicatoren waarop onderzocht is, is een genuanceerde conclusie op z’n plaats.

Bert van Ruitenbeek, directeur Biologica

Dr. Ir. Lucy van de Vijver, voedingsepidemioloog Louis Bolk Instituut

*Bronnen: 1) Heaton 2001; Organic farming, food quality and human health. A review of the evidence. Methode: review van 99 publicaties waarvan 29 gevalideerd. 2) Woese et al 1997; A Comparison of Oranically and Conventionally Grown Foods – Results of a Review of the Relevant Literature. Methode: review van 150 publicaties. 3) Worthington 2001; Nutrional Quality of Organic Versus Conventional Fruits, Vegetables, and Grains. Methode: review van 86 publicaties. 4) Benbrook 2005; Elevation Antioxidant Levels in Food through Organic Farming and Food Processing. Methode: review van 15 onderzoeken. 5) Grinder-Pederson et al 2003; Effect of Diets Based on Foods from Conventional versus Organic Production on Intake and Excretion of Flavonoids and Markers of Antioxidative Defense in Humans. Methode: metingen van de flavonoïden in het menu bij de mensen, dubbel blind, crossover design.

bron: Biologica

Ongezonde mandarijnen in supermarkt.

Nederlandse supermarkten verkopen mandarijnen met zorgwekkend hoge concentraties bestrijdingsmiddelen. Bij een kwart van de onderzochte filialen zou een kind dat twee mandarijnen eet al boven de Acceptabele Dagelijkse Inname (ADI) norm van de Wereldgezondheids-organisatie (WHO) uitkomen.

Ongezonde mandarijnen in supermarkt

Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van Milieudefensie, Natuur en Milieu en consumentenvereniging Goede Waar & Co. De milieuorganisaties vragen supermarkten om strengere eisen aan de leveranciers te stellen, en de overheid om de verouderde normen snel aan te scherpen.

Begin november zijn van 8 supermarktketens in totaal 40 monsters mandarijnen onderzocht op aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. Op alle monsters zijn bestrijdingsmiddelen aangetroffen, gemiddeld bijna 6 verschillende stoffen per monster. De stoffen zitten niet alleen op de schil, maar ook in de vrucht zelf.

Alle mandarijnen kwamen uit Spanje. Toch waren er grote verschillen tussen de supermarktketens. C1000 en Edah scoorden het slechtst terwijl Albert Heijn de ‘schoonste’ mandarijnen in de schappen had liggen.

Ook Lidl en Super de Boer deden het met een tweede en derde plaats relatief goed. Vorig jaar kwamen de mandarijnen van Lidl nog als slechtste uit de bus.

Imazalil

Op alle onderzochte mandarijnen zat imazalil. Deze stof heeft negatieve effecten op de voortplanting, is zeer irriterend voor huid en ogen en is mogelijk kankerverwekkend. De hoogste concentratie van imazalil werd aangetroffen op mandarijnen van een Aldi filiaal.

Als een kind van 20 kilo twee van deze mandarijnen eet is bijna de helft van de dosis bereikt die volgens de WHO acuut giftig is.

Organofosfaten

Veertig procent van de aangetroffen stoffen zijn organofosfaten. Zij kunnen het zenuwstelsel aantasten. Een groot probleem met deze stoffen is dat effecten elkaar kunnen versterken.

De wettelijke normen gaan slechts uit van de gevolgen van één stof, terwijl mensen dagelijks vele verschillende chemische stoffen binnenkrijgen. Op meer dan een kwart van alle monsters werden bijvoorbeeld al drie verschillende organofosfaten aangetroffen.

Wettelijke eisen aanpassen aan gezondheidsnormen

Hoewel bij veel mandarijnen de gezondheidsnormen worden overschreden, voldoen zij toch aan de wettelijke eisen. Milieudefensie, Natuur en Milieu en consumentenvereniging Goede Waar & Co vinden dan ook dat supermarkten, vooruitlopend op nieuwe gezondheidsnormen, strengere eisen moeten stellen aan hun leveranciers.

Daarnaast moet de overheid de verouderde normen snel aanpassen aan de wetenschappelijke inzichten.

Copyright ©2005 AgriHolland B.V.

Voedselagentschap houdt wortelen uit voedselketen.

Het Voedselagentschap heeft bij een 80-tal landbouwbedrijven wortelen met een te hoog gehalte van een niet nader gespecificeerd bestrijdingsmiddel vastgesteld.

De producent van het gewasbeschermingsmiddel ontdekte zelf de te hoge waarden en heeft conform de meldingsplicht de betrokken landbouwers, verwerkers en het Voedselagentschap ingelicht. Aanleiding van het onderzoek was een onvoldoende groei van de gewassen.

Voorzorgsmaatregelen werden genomen om de wortelen in afwachting van gunstige analyseresultaten uit de voedselketen te houden. Twee velden met behandelde wortelen werden eerder deze zomer reeds geoogst.

De wortelen zijn op de versmarkt terechtgekomen, maar de nu vastgestelde residugehaltes wijzen volgens het Voedselagentschap niet op een acuut gevaar voor de volksgezondheid.

In totaal gaat het om wortelen op een teeltoppervlakte van zo’n 400 hectare. Het aangetaste areaal bevindt zich hoofdzakelijk in West-Vlaanderen.

De fytoproducent trof met de betrokken landbouwers reeds een compensatieregeling voor de opgelopen schade. Het bestrijdingsmiddel in kwestie is in ons land sinds de jaren ’80 erkend.

De oorzaak van de te hoge concentratie wordt momenteel nog onderzocht. Mogelijke verklaringen zijn extra hoge neerslag, lage temperaturen en bodemcondities.

Bron: Vilt 14-10-2005-10-15

Amerikaans leger ook geplaagd door zwaarlijvigheid.

De Amerikaanse bevolking wordt almaar dikker, en bovendien in een nooit gezien tempo. De maatregelen van de regering om het probleem aan te pakken zijn gedoemd te mislukken. Dat blijkt uit een rapport dat begin deze week werd gepubliceerd.

Zelfs de Amerikaanse strijdkrachten ondervinden hinder van de opmars van obesitas. Zestien procent van de actief inzetbare militairen is zwaarlijvig.

Amerikaan met obesitas

In op een na alle vijftig de staten van de VS is het aantal dikke mensen het afgelopen jaar gestegen. Meer dan 119 miljoen Amerikanen, bijna twee derde van de totale bevolking, heeft vandaag te kampen met overgewicht.

Een kwart van de Amerikanen ondervindt zelfs klinische ongemakken of lijdt aan een of andere ziekte te wijten aan zwaarlijvigheid. Dat staat te lezen in een rapport van de Trust for American’s Health (TAH), een onafhankelijke organisatie die gezonde voeding promoot.

Volgens experts is vooral de gewichtstoename bij jonge kinderen onrustwekkend. In slechts twintig jaar tijd is het aantal dikke kinderen in de VS verdubbeld: van 4,5 miljoen in 1985 naar 9 miljoen dit jaar.

Uit de studie blijkt bovendien dat binnen drie jaar driekwart van de volwassen Amerikanen met overgewicht zal te maken krijgen.

De gezondsheidsexperts krijgen steun van Bill Clinton, de voormalige president van de VS, die zich sinds zijn hartoperatie inzet om zijn landgenoten betere eetgewoonten bij te brengen.

Clinton: “Ik realiseerde me dat ik een nieuwe kans kreeg en ik wou er het beste van maken. Veel te veel kinderen zijn zwaarlijvig. Het zijn eigenlijk wandelende tijdbommen”.

Vandaag lijdt in veertig staten meer dan 20 procent van de bevolking aan obesitas. Twintig jaar geleden was dat in geen enkele staat het geval. Mississippi is er het ergst aan toe: 29,5 procent van de bevolking is er veel te zwaar.

De Amerikaanse overheid wil maatregelen treffen om de bevolking minder geld aan fastfood te laten spenderen. Niet verwonderlijk. Obesitas kost het land jaarlijks 39 miljard dollar aan extra gezondheidszorg.

Bron: De Morgen 26-08-2005

De toekomst van ons voedsel: landbouw of laboratorium?

Weet wat je eet 

Vroegop-Windig daagt leverancier van aardbeien.

Handelsbedrijf Vroegop-Windig in Amsterdam daagt een leverancier voor de rechter die aardbeien heeft geleverd met de verboden stof myclobutanil. Vroegop-Windig stelt het bedrijf aansprakelijk voor omzetderving en reputatieschade.

De stap van Vroegop-Windig volgt na de bekendmaking, eerder deze week, van Milieudefensie, Natuur en Milieu en Goede Waar en Co, dat aardbeien bij enkele supermarkten verboden middelen bevatten.

Aardbeien besmet met myclobutanil

Vroegop-Windig leverde de aardbeien die werden aangetroffen bij supermarkt Dirk van den Broek. Directeur Pieter Vroegop van Vroegop-Windig: “Dit zorgt voor grote schade. Telkens als dit soort berichten naar buiten komen, daalt de omzet.”

Vroegop neemt nu maatregelen, ook om te voorkomen dat Dirk van den Broek overstapt naar een andere leverancier.

De leverancier die de rechtszaak boven het hoofd hangt, is geen teler maar een tussenhandelaar. Normaal heeft Vroegop-Windig directer contact met de telers. Vroegop is weinig te spreken over de zorg die zij dragen voor de veiligheid van hun producten.

“Het gebeurt meer dan eens dat de spuitregistratie in orde is, maar dat we dan toch te veel of verkeerde stoffen vinden.”

Volgens Vroegop ontbreekt het de sector aan een goede controle.

“Iedereen kan zeggen dat hij teelt volgens de eisen van EurepGap, maar er is niemand die dat in de gaten houdt, het is nauwelijks geborgd. Het verbaast me ontzettend dat er geen goed systeem van zelfregulering is, zoals in elke andere sector.”

OOGST, vrijdag 17 juni 2005

Nitraat en nitriet

Hoewel nitraten van nature voorkomen in planten, wordt hun aanwezigheid soms argwanend bekeken. Nochtans zijn nitraten op zich niet gevaarlijk en worden ze voor een groot deel via de nieren uitgescheiden.

Waar ligt dan het probleem? Een kleine fractie (gemiddeld 5 procent) van het opgenomen nitraat wordt in het lichaam door bacteriën omgezet in nitriet dat wel schadelijk kan zijn.

De heersende bezorgdheid over de aanwezigheid van nitraten in voeding en daarmee ook de vorming van nitrieten in het lichaam is dubbel: enerzijds bevorderen nitrieten de endogene vorming van potentieel carcinogene verbindingen, anderzijds kunnen ze vooral bij zuigelingen aanleiding geven tot een gestoord zuurstoftransport en cyanose of blauwzucht.

Groenten als bron van nitraat

De voornaamste bronnen van nitraten in onze voeding zijn groenten, fruit, drinkwater, bereide vleeswaren en kazen.

Gezien de meeste van deze voedingsmiddelen echter een belangrijke bijdrage leveren tot een gezond voedingspatroon, zijn een analyse van het gezondheidsrisico van nitraten en enkele praktische richtlijnen om de nitraatinname binnen aanvaardbare grenzen te houden, op hun plaats.

Nitraatbronnen

Nitraten komen als natuurlijke bestanddelen voor in groenten en fruit waar zij een belangrijke rol spelen in de stikstof-cyclus. Planten gebruiken nitraten uit de bodem als minerale stikstofbron om eiwitten aan te maken die nodig zijn voor hun groei.

Zodra op een perceel intensief geteeld wordt, volstaat het natuurlijk stikstofaanbod niet meer en is verrijking nodig met chemische of organische meststoffen. Organische meststoffen zijn onder andere afkomstig van dierlijke mest of compost en zouden nitraat geleidelijker afgeven dan kunstmeststoffen.

Uiteindelijk bepalen echter verschillende factoren het nitraatgehalte in groenten:

De bemesting

Als gevolg van een te intensieve bemesting nemen planten meer nitraat op dan ze in eiwitten kunnen omzetten en stijgt hun nitraatgehalte. Bovendien blijft een deel nitraat achter in de bodem waar het verder doordringt tot in het grondwater, afspoelt naar het oppervlaktewater of ter beschikking blijft van een volgende teelt.

De lichtintensiteit

Planten zetten nitraat om in eiwitten onder invloed van licht. Dit heeft tot gevolg dat het nitraatgehalte sterk kan variëren naargelang het seizoen. Omdat er in de winter minder licht is, bevatten wintergroenten meer nitraat dan zomergroenten.

De groente- of fruitsoort

Bepaalde groenten, in het bijzonder bladgroenten, slaan meer nitraat op in het eetbare gedeelte dan andere. Sommige groenten bevatten meer dan 3000 mg nitraat/kg terwijl andere minder dan 100 mg nitraat/kg bevatten.

Het gemiddeld nitraatgehalte van kropsla bedraagt in de zomer 2219 mg nitraat/kg en in de winter 3205 mg nitraat/kg.

De variëteit

Binnen een bepaalde groente- of fruitsoort kunnen verschillende variëteiten sterk uiteenlopende waarden vertonen. Zo bevat bijvoorbeeld Romeinse sla een veel lager nitraatgehalte dan kropsla.

In sommige gevallen hebben nitraat en nitriet een ronduit positieve werking. Ze worden immers aan bepaalde voedingsmiddelen toegevoegd als additief.

Nitraat (E251 en E252) en nitriet (E249 en E250) worden gebruikt in bereide vleeswaren en in halfharde en harde kaassoorten ter preventie van de ontwikkeling van de bacterie Clostridium botulinum. Deze bacterie is verantwoordelijk voor botulisme, een vergiftiging die dodelijk kan zijn.

Het gebruik van deze additieven is in bovengenoemde gevallen aanvaardbaar, op voorwaarde dat de maximaal toegestane dosis wordt gerespecteerd en ze niet louter wordt toegediend met de bedoeling de kleur of de smaak van deze voedingsproducten te beïnvloeden.

Ten slotte wordt nitraat eveneens aangetroffen in leidingwater als gevolg van een contaminatie van de watervoorraden.

Vooral op zandgronden en in gebieden met intensieve veehouderij wordt vaak veel meer nitraat op de bodem gebracht dan door de gewassen kan opgenomen worden.

Positief is dat onlangs via het MAP-meetpuntennet kwantitatief werd vastgesteld dat het aantal meetpunten met één of meerdere overschrijdingen van de 50 mg/l-norm in Vlaanderen gedaald is tot minder dan de helft.

Normering en controle

De aanwezigheid van nitraat in de voeding is onderworpen aan een aantal normen. Deze normen hebben echter maar betrekking op een beperkt aantal voedingsmiddelen.

Er zijn Europese normen voor drinkwater (leidingwater), een aantal bladgroenten, kaas en vleesbereidingen. Daarnaast zijn er nog bijkomende Belgische normen voor een aantal andere bladgroenten.

Hierbij valt op dat de normen voor bepaalde groenten in de zomer strenger zijn dan in de winter. De reden hiervoor ligt precies in het feit dat het nitraatgehalte in zomergroenten normaliter lager is dan in wintergroenten. Zowel de Europese als nationale normen houden hier rekening mee.

In België wordt het nitraatgehalte in de voeding door drie verschillende instanties gecontroleerd:

De groenteveilingen

In het kader van de vooroogstcontroles voeren zij nitraatanalyses uit bij groenten waarvoor tolerantiewaarden bestaan. Het minsterie van Landbouw, dienst Plantenkwaliteit en -bescherming:


Deze dienst controleert alle groenten die niet via de veilingen op de markt komen en waarvoor een nitraattolerantiewaarde bestaat. Tevens voert zij controles uit bij de aanvoer op de veilingen.

Eetwareninspectie

Deze dienst controleert steeksproefgewijs groenten die aan de consument aangeboden worden.

Gezondheidsrisico’s

Nitraat is op zich niet schadelijk en wordt voor een groot deel via de nieren uitgescheiden.

Slechts een klein percentage recirculeert via de bloedbaan en de speekselklieren in de mondholte waar het door bacteriën wordt omgezet in nitriet dat wel schadelijk is.

De rechtstreekse inname van nitriet uit de voeding is laag. De concentratie van nitriet in de maag is veel groter omdat nitraat zowel in de voeding als in het speeksel wordt omgezet in nitriet.

Bij gezonde volwassenen wordt ongeveer 5 procent van de totale nitraatinname omgezet in nitriet, bij zuigelingen en personen met een maagaandoening kan dit percentage hoger zijn.

In tegenstelling tot nitraat wordt nitriet nauwelijks uitgescheiden. Het reageert in de bloedbaan met hemoglobine waarbij methemoglobine wordt gevormd. Als gevolg daarvan wordt het zuurstoftransport bemoeilijkt. Vooral bij zuigelingen kan dit tot een ernstig zuurstoftekort of blauwzucht leiden.

Daarnaast kan nitriet in het zure maagmilieu reageren met aminen en aminozuren uit de voeding waardoor N-nitroseverbindingen gevormd worden die potentieel kankerverwekkend zijn.

In verschillende epidemiologische studies is de relatie tussen de nitraatinname en maagkanker onderzocht. De meeste onderzoeken hebben echter geen significant verband kunnen aantonen.


Finaal blijven groenten van een groot nutritioneel belang dankzij hun aanbreng van vitaminen, mineralen en vezels. Bovendien worden hen belangrijke gezondheidsbevorderende eigenschappen toegeschreven.

De aanwezigheid van nitraat, uiteindelijk een natuurlijk bestanddeel in planten, mag dan ook geen reden worden om de consumptie van groenten en fruit te verlagen.

Aanbevelingen en voorzorgen

Milieu- en gezondheidsbewuste teelttechnieken alsook een gevarieerd voedingspatroon in combinatie met een correcte bereiding en een goede keukenhygiëne volstaan om de nitraatinname binnen aanvaardbare grenzen te houden.


De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen ertoe bijdragen de nitraatinname verder te beperken:


Eet zo gevarieerd mogelijk en gebruik niet meer dan twee keer per week nitraatrijke groenten. Nitraatrijke gr radijsjes, peterselie, Chinese kool, koolrabi, postelein, rode biet en venkel.

Hou rekening met de seizoenen

Eet bijvoorbeeld bij voorkeur in de zomer verse spinazie en sla, zij bevatten in de winterperiode beduidend meer nitraat. Kies in de winter bijvoorbeeld diepvriesspinazie die in de zomer geteeld werd.


Was alle groenten en fruit zorgvuldig, spoel ze bij voorkeur onder stromend water.

Verwijder zorgvuldig de steeltjes en nerven van spinazie en de buitenste bladeren en nerven van sla.


Koken doet het nitraatgehalte in groenten dalen omdat nitraat overgaat in het kookvocht. Gebruik om die reden nooit het kookvocht van nitraatrijke groenten om verder te verwerken in gerechten.


Bewaar nitraatrijke groenten in de koelkast en niet langer dan 2 dagen.
Warm restjes nitraatrijke groenten nooit opnieuw op, zeker niet voor kleine kinderen. Het relatief traag opwarmen en afkoelen bevordert de bacteriële omzetting van nitraat tot nitriet.


Vries kleine porties nitraatrijke groenten in. Hierdoor verloopt het invriesproces sneller en wordt de bacteriële omzetting tot nitriet beperkt. Tracht het ontdooiproces om dezelfde reden altijd zo kort mogelijk te houden.

De omzetting van nitraat in nitriet door bacteriën gebeurt vooral wanneer de gerechten zich langdurig in de gevaarlijke temperatuurszone bevinden, namelijk tussen 10 en 60°C.

Vooral voor vegetariërs, personen met maagstoornissen, visliefhebbers, zwangere vrouwen, baby’s en kleine kinderen verdienen bovenstaande maatregelen bijzondere aandacht.

 

Meer informatie: Nutrition Information Center

Schokkende vermindering van mineralen in het eten

De Landbouw en Voedselorganisatie heeft na een onderzoek in diverse werelddelen geconcludeerd, dat de gangbare landbouwmethode bijdraagt aan een ernstig tekort aan mineralen.

Een andere recente studie toonde aan dat het gehalte vitaminen en mineralen in bonen sinds 1985 is gedaald met zestig procent, in aardappelen met zeventig procent en van appels met tachtig procent.

Popeye zou nu tweehonderd blikken spinazie moeten eten om dezelfde hoeveelheid ijzer binnen te krijgen als vijftig jaar geleden in één blikje zat. Voor vitaminen geldt eveneens dat ze in veel mindere mate aanwezig zijn in groenten en fruit.

Bloemkool bevat vijftig procent minder vitamine C dan in 1963. Het gehalte pro-vitamine A in appels is gedaald met zestig procent en in broccoli met vijftig procent. Of neem het eiwitgehalte van granen.

In 1900 bestond tarwe voor negentig procent uit eiwit, tegenwoordig nog voor negen procent. Om de voedingsstoffen binnen te krijgen die vroeger in één snee brood zaten, zouden we nu tien sneetjes moeten eten.

Voedselautoriteiten hebben in laboratoria bij zo’n dertig procent van de groenten en fruit die wij eten resten van landbouwchemicaliën ontdekt. Het is ook berekend dat mensen in de Westerse wereld jaarlijks gemiddeld twee kilo aan bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen.

Eet u al biologisch? Na het lezen van dit artikel denk ik wel!!