Zuurstof en ionen

Atmosferische vervuiling is een aanslag op de hoeveelheid levensnoodzakelijke zuurstof

Magnetische velden van satellieten, zendmasten, hoogspanningsleidingen, mobiele telefonie en andere communicatie-apparatuur, bederven de zuurstof die nodig is voor alles wat leeft op deze aarde.

 

Door het ontstaan van het zgn. kranseffect komen er elektronen vrij in de lucht rondom een zendantenne en om geleidingskabels.

 

De gasmoleculen worden door deze elektronen chemisch geactiveerd en er ontstaan nieuwe verbindingen.

 

Zuurstof wordt bijvoorbeeld geïoniseerd, waarbij enkele moleculen in ozon veranderen : het is daarbij belangrijk om te weten, dat de verhouding van 1 deel ozon op 12 miljoen delen lucht, als gevaarlijk wordt beschouwd.

 

Zo ontstaat ook stikstof-oxyde, een bestanddeel van foto-chemische smog.

 

Stikstof-oxyde is nog tien keer giftiger dan ozon en vormt samen met het regenwater de zure regen.

 

Het ionen-evenwicht

 

We weten dat de lucht bestaat uit moleculen van verschillende gassen, en die moleculen op hun beurt weer uit atomen.

 

De atomen bestaan uit een kern, waarin een bepaald aantal deeltjes met een positieve lading (protonen) zitten – dit verschilt per element – en die omhuld worden door een schil of schillen met negatief geladen deeltjes (elektronen).

Het atoom is van zichzelf elektrisch neutraal: als het aantal protonen in de kern gelijk is aan het aantal elektronen, resulteert dit in een neutraal geheel, want de positieve en negatieve ladingen heffen elkaar op.

 

In beginsel zijn ook de moleculen elektrisch neutraal. Deze worden gevormd door de atomen wanneer die zich binden, ofwel doordat de één een elektron afstaat aan de ander, of doordat ze één of meerdere elektronen samen delen.

Indien atomen of moleculen nu door één of andere oorzaak elektronen verliezen (deeltjes met een negatieve lading), dan zijn ze positief geladen, want de positieve lading van de kern is dan groter: ze worden zo positieve ionen.

Wanneer ze nu daarentegen elektronen opnemen, worden ze negatieve ionen, want dan is deze negatieve lading groter dan die van de kern.

 

In de natuur is er onder normale omstandigheden gewoonlijk een ionen-evenwicht. De normale concentratie aan ionen in de lucht ligt bijv. tussen de 1.000 en 2.000 ionen per cm³, met een verhouding van 5 positieve en 4 negatieve ionen.

Hieruit blijkt dat de lucht een bepaalde positieve elektrische lading heeft – zij is licht geïoniseerd-, wat van levensbelang is voor de ontwikkeling van organische processen en de zuurstofvoorziening van de cellen.

 

Dieren, zoals muizen, cavia’s, konijnen, die men probeerde te houden in een omgeving zonder ionen, gingen in korte tijd dood. Ook heeft men aan de hand van experimenten kunnen bewijzen dat planten in een omgeving met vooral negatieve ionen spectaculair groeien, veel beter dan onder andere omstandigheden.

 

Een te groot aantal positieve ionen is schadelijk voor onze gezondheid, zoals wij op verschillende manieren kunnen gewaarworden.

De stofdeeltjes die in de lucht hangen, vangen ionen met een negative lading op, waardoor de concentratie aan positief geladen ionen toeneemt.

 

Ook worden negatief geladen ionen verbruikt door magnetische velden. In de praktijk voelen wij dit doordat het ademhalen moeilijker gaat, en vaak veroorzaakt het astma-aanvallen.

Minuscule waterdruppels in de omringende lucht vangen daarentegen de ionen met een positieve lading op, waardoor het aantal negatieve ionen het grootst wordt.

 

Dit uit zich in een behaaglijk gevoel van frisheid na een fikse regenbui, midden in een dicht bos of in de buurt van een waterval, waar de ionen gesplitst worden wanneer het water de rotsen raakt.

 

Bij verblijf in een omgeving die arm is aan negatieve ionen of die vooral ionen met positieve lading bevat, verzwakken de mensen en andere levende wezens: onze weerstand neemt af, de bloedsomloop verloopt moeilijker, en gewoonlijk krijgen we ook ademshalingsmoeilijkheden.

Dit fenomeen is ook waar te nemen in slecht geventileerde, met airco (door de airco worden ook negatieve ionen positief geladen) gekoelde kantoorgebouwen.

 

Hoe ontstaan ionen?

 

Bijna alle positieve + natuurlijke ionen ontstaan uit radioactiviteit.

Ongeveer 40% van deze natuurlijke lucht-ionen ontstaat vanuit radioactieve mineralen, diep in de grond.

Elke keer wanneer er een radioactief atoom naar de oppervlakte komt en met de lucht in aanraking komt, worden er 50.000 – 500.000 ionenparen geproduceerd.

Een andere 40% wordt verkregen door het in de lucht aanwezige radon-gas. Door elk radon-atoom worden ongeveer 250.000 ionenparen gegenereerd.

 

De laatste 20% wordt gecreëerd door de uitstoot van op grote afstand ontstane supernova’s in de ruimte (hoge-energieprotonen vanuit de ruimte).

 

Ionen die zich bevinden in woningen en gebouwen leven gemiddeld ongeveer 30 seconden, voordat ze in aanraking komen met stofdeeltjes e.d., en vervolgens naar de bodem zakken.

 

In de buitenlucht leven de ionen gemiddeld een paar minuten langer.

Negatieve ionen ontstaan gewoonlijk vanuit radioactiviteit, maar ook door verdampend water.

 

Door bliksem tijdens onweersbuien, en door bosbranden ontstaan ook + en – ionen. Deze ionen echter worden niet geproduceerd tijdens normale weersomstandigheden.

 

Bij normaal weer is de concentratie aan lucht-ionen ongeveer 200 tot 800 – negatief en 250 tot 1500 + positief per cm³. Binnenshuis is dit aantal gewoonlijk aanzienlijk lager.

 

Enkele uren vóór een storm opsteekt kan het aantal positieve + ionen enorm stijgen, soms wel tot 5.000 ionen per cm³.

Tijdens de storm stijgt het aantal negatieve – ionen, soms wel met een paar 1000 per cm3. Gelijktijdig daalt dan het aantal positieve + ionen soms wel onder de 500 per cm³.

Ionen kunnen dus geproduceerd worden door hoge-energie activiteit, maar daarnaast ook door open vuur en gloeiende voorwerpen.

Hete objecten geven gelijke hoeveelheden + en – ionen af.

 

Verdampend water produceert negatieve ionen in de lucht, tengevolge waarvan de positieve ionen achterblijven in het nog niet verdampte water.

De positieve ionen worden via het water teruggeleid naar de grond.

 

Loodrecht boven ondergrondse wateraders kan worden gemeten dat de positieve ionisatie veel groter is dan de negatieve. Dit is ook het geval op geologische breuken en over het algemeen in gebieden die als geopathogeen worden bevonden. Het komt vaak voor dat personen die op deze zones wonen, klachten hebben die toegeschreven kunnen worden aan de werking van ionen.

 

Het is algemeen bekend dat, bij een bepaalde wind, sommige personen geplaagd worden door migraine-aanvallen of een gevoel van malaise. Ze geïrriteerd raken en dat er soms zo van in de war raken, dat ze denken er bijna gek van te worden.

Het gaat gewoonlijk om warme en droge winden, waardoor een grote concentratie positieve +ionen ontstaat: de föhn in Zwitserland en Midden- Europa, de mistral, de sharaw in Israël en in het Midden-Oosten, de sirocco in Italië, de levante in Spanje, enzovoort.

 

Wat doen negatieve ionen?


Negatieve ionen zijn luchtmoleculen met een negatieve lading. Ze bewegen zich met een snelheid van ongeveer 1 m per seconde door de lucht in de richting van een geaard oppervlak.

 

Deze negatief geladen deeltjes verbinden zich met stofdeeltjes in de lucht.

 

De stof- en chemische deeltjes zijn overwegend positief geladen.

 

De negatief geladen ionen botsen tegen de positief geladen stofdeeltjes, die daardoor hun lading kwijtraken aan dat stofdeeltje.

 

Zo verbinden negatieve ionen zich met huisstof, chemische verontreiniging, uitlaatgassen, rook of ze slaan gewoonweg neer op een positief geladen TV- of beeldscherm.

 

Bij een tekort aan negatieve ionen, blijven de positief geladen deeltjes in de lucht zweven.

(denk aan bijv. roetdeeltjes en andere luchtverontreiniging).

 

Door de steeds toenemende vervuiling van de atmosfeer kan de ionisatie van de lucht hierdoor bijna nihil gaan worden. Waardoor de lucht vrijwel ongeschikt wordt om nog in te ademen.

 

In de buurt van televisieschermen en computers wordt de lucht verzadigd met positieve ionen door de straling van het beeldscherm. Dit gebeurt ook bij andere elektronische apparatuur die slecht is afgeschermd.