Vechtdal producten

Natuurorganisaties en agrarische ondernemers gaan samenwerken in Vechtdalketen.

 

Stichting Dianthus

Stichting Dianthus is een samenwerkingsverband tussen agrarische partijen en partijen op het gebied van natuur/landschap en toerisme/recreatie. Ze zoekt in het Overijsselse Vechtdal naar nieuwe vormen van samenwerking. Het gaat er niet alleen om slechts producten en diensten uit het Vechtdal te produceren en te verkopen, maar door dieren te laten groeien binnen een natuurlijke omgeving gaat het feitelijk om de regio: het Vechtdal te verkopen.

De graanakkers leveren grondstof voor de Vechtdalproducten en verrijken het landschap. Deelname aan de arrangementen leidt tot grotere betrokkenheid van burgers, consumenten, toeristen en recreanten bij de wijze van produceren van ons voedsel in relatie tot natuur en landschap.

Stichting Dianthus heeft een ideële doelstelling, nl. het implementeren en instandhouden van een milieu-, natuur- en diervriendelijk agrarisch productiesysteem in het Vechtdal (incl. het stroomgebied van de Reest en de Regge) en deze toegankelijk maken en houden voor burgers en toeristen. Onder regie van agrarische ondernemers worden in ketenverband nieuwe producten en diensten ontwikkeld en in de markt gezet, binnen en buiten het Vechtdal. Stichting Dianthus draagt – in samenwerking met andere partijen, zoals partijen op het gebied van natuur, landschap, water en recreatie – bij aan de promotie van zowel de producten en diensten uit het Vechtdal, als het Vechtdal zelf.
Betrokken partijen in het convenant zijn: agrarische ondernemers De Lange, Kotterink en Bosch, -Landschap Overijssel-, -Vereniging Natuurmonumenten-, -Staatsbosbeheer- en -ABCTA-.


Samenwerking bedrijven Vechtdal

Beeldmerk producten vernieuwd
3 OKTOBER 2005 – VECHTDAL – Uit het Vechtdal afkomstige producten hebben een nieuwe beeldmerk. Het wordt vanochtend onthuld door de Hardenbergse wethouder Arie Pouwels. Dat gebeurt op het bedrijf van akkerbouwer Gerrit Kotterink in Ommen. ‘Vechtdalproducten, een puur stukje natuur’, luidt de nieuwe slogan. Het beeldmerk zet in één klap de Vechtdalproducten neer.
Met het nieuwe beeldmerk willen de samenwerkende partijen nog beter overbrengen dat ze staan voor een vruchtbaar en vitaal Vechtdal. Bij de onthulling zullen de ambities en toekomstplannen worden toegelicht. Ook worden de nieuwe folder ‘Vechtdal varkensvlees’ en de bundel ‘Vechtdalproducten, Nieuws en ontwikkelingen tussen 1 oktober 2003 en 1 oktober 2005’ gepresenteerd. Veel consumenten, toeristen en recreanten zijn al vertrouwd met de bijzondere smaak van de Vechtdalproducten. Sinds de start met Vechtdal varkensvlees, op 1 december 2004 bij slagerij Haverkort in Zwolle, is het vlees nu ook verkrijgbaar bij slagers in Dedemsvaart, Lettele (met marktplaatsen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag), Wageningen en in diverse restaurants waaronder De Agnietenberg in Zwolle, De Klomp in Vilsteren en recreatiebedrijven zoals Stoetenslagh in Rheezerveen, Koeksebelt in Ommen en streekwinkels.

‘Het Vechtdalvlees is het unieke resultaat van de samenwerking tussen agrarische partijen, natuurbeschermingsorganisaties en partijen uit de toeristisch-recreatieve sector, verenigd in Stichting Dianthus’, aldus Harry Donkers van deze stichting.

Korte lijnen

‘Deze partijen werken samen aan de kwaliteit van de agrarische en toeristische sector in harmonie met natuur en landschap. Het prachtige gebied van het Overijsselse Vechtdal zorgt voor een vertrouwde herkomst. Er zijn korte lijnen tussen boeren en slagers die vakkundig het vlees verwerken. De Vechtdalproducten hebben ook een plaats op menukaart van de aangesloten restaurants en samen met de verschillende Vechtdalarrangementen staat dit alles in het teken van beleven en genieten van de producten en van het Vechtdal. Alle Vechtdal producten kenmerken zich door hun herkomst en zijn duurzaam geproduceerd met oog voor natuur en landschap. Dat is goed voor de dieren, het milieu, de natuur, het landschap en de consumenten.’
Bron: Stentor
Vechtdalproducten op de Landbouwvakbeurs in de IJsselhallen in Zwolle van 11 t/m 13 oktober 2006.

De Landbouwvakbeurs te Zwolle, 11-13 oktober 2006.

Men kon de Vechtdalproducten niet alleen zien, maar ook proeven: zuivel- en vleesproducten, wijnen, vitaal water, vitale groenten, en diverse lekkernijen. Heerlijk !!!

Winkels waar Vechtdalproducten verkrijgbaar zijn:

Vlees


Slagerij Haverkort

Overijssel verleent steun aan biologische boeren. 

Artikel Zwolse Courant, 4-11-2005 
 
Gedeputeerde Staten van Overijssel stellen nog voor dit jaar en voor 2006 een bedrag van 300.000 euro beschikbaar voor initiatieven binnen de biologische landbouwsector.

De provincie stimuleert biologische landbouw in woord en daad. Althans als moet worden afgegaan op het feit dat in de provinciale bedrijfskantine biologische producten verkrijgbaar zijn. Met een flinke slok biologische melk gaf gedeputeerde Piet Jansen, portefeuillehouder voor het Landelijk gebied en Water in de provincie Overijssel, onlangs het startsein voor de opmars van biologische producten in de provinciale bedrijfskantine. Door de afname van een range van producten, zoals melk, karnemelk, koffie, boter, toetjes en brood wil de provincie een actieve bijdrage leveren aan het stimuleren van biologische landbouw. De zuivelproducten worden geleverd door Vecozuivel.

Medio dit jaar heeft de provincie Overijssel een intentieverklaring getekend met het ministerie van LNV rond het stimuleren van biologische catering.

Doel is om uiterlijk eind 2007 ruim vijftig procent van alle provinciale cateringinkopen biologisch te laten zijn. ‘Biologische landbouw heeft baat bij een groot afzetgebied. Hier willen we als provincie graag aan meewerken. Door biologische producten in onze eigen kantine aan te bieden, stimuleren we deze bedrijfstak op een heel actieve manier. We voegen dus de daad bij het woord’, aldus gedeputeerde Piet Jansen.

In het Plan van Aanpak Biologische Landbouw 2005 – 2007 hebben Gedeputeerde Staten beschreven welke doelen zij nastreven rond deze sector, zoals: de ontwikkeling van de biologische markt om een rendabele bedrijfsvoering en groei van de sector mogelijk te maken; het stimuleren van de biologische landbouw, zodat ook gebiedsontwikkeling in kwetsbare gebieden mogelijk is; het ondersteunen van de innovatiemogelijkheden en kennisnetwerk.

Gedeputeerde Staten zien de biologische landbouw als één van de antwoorden op maatschappelijke vragen rond dierenwelzijn, voedselkwaliteit en natuurlijkheid.

Ook levert biologische landbouw volgens GS een grote bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van het landelijk gebied, zoals de grondwaterkwaliteit en de aantrekkelijkheid van het landschap. Tevens kunnen de innovaties die in de biologische landbouw zijn opgedaan, zoals kringloop bedrijfsvoering en bodemvruchtbaarheid, volgens het college een voorbeeldfunctie hebben voor de verduurzaming van de gangbare landbouw.
NL – BIOLOGISCH PRODUCT BREEKT DOOR:
 
Hoewel de Nederlandse consument altijd scherp op prijzen let, groeit de omzet van sommige biologische producten explosief. Ondernemers uit binnen- en buitenland staan klaar om hun biologische slag te slaan.
„Toen je in de jaren zeventig de eerste biologische winkels kreeg, was een kassa taboe“, zegt Rob Zentveld van De Natuurwinkel in Hilversum.
 
„Veel te commercieel, je gooide het geld wel in een la. En zomergroenten in de winter kon ook niet. Je moest eten wat de natuur te bieden had. Ik heb nu twee kassa’s en alle groenten en fruit die je in een supermarkt mag verwachten. Het hele jaar door.“ Binnen een dalende voedingsmarkt zijn de biologische producten het enige lichtpuntje. Steeds meer consumenten zijn bereid om iets meer te betalen voor een onbespoten appel of vlees van een kip die de ruimte heeft gehad. Opvallend in een tijd waarin vanuit de supermarkten maar één boodschap klinkt: betaal vooral niet te veel.

„Het zijn ook niet de supermarkten die voor de groei zorgen“, zegt directeur Bert van Ruitenbeek van promotieorganisatie Biologica. „Er vindt momenteel een enorme moderniseringsslag plaats onder de traditionele natuurwinkels. Ze worden groter, frisser, met een breder assortiment en professionele marketing. Dat blijkt veel nieuwe consumenten te trekken.“
De Natuurwinkel in Hilversum is op het eerste oog een ’gewone’ supermarkt. Automatische schuifdeuren, metalen karretjes, een groenteafdeling met voorgesneden sla. Brede gangpaden. Hondenvoer, waspoeder, shampoo’s, een schap met snoep. Het enige verschil met een gewone supermarkt is dat alle producten biologisch zijn. 

 

Verdubbeld

„Twee jaar geleden zijn we hier neergestreken en de omzet ten opzichte van onze vorige winkel is verdubbeld“, zegt eigenaar Rob Zentveld. „En die lag maar vijfenzeventig meter verderop. Te veel natuurwinkels zijn te stoffig. Dat pikt de moderne klant niet. Die wil een frisse, open winkel waar je klanten verleidt met lekkere producten. De tijd dat je smakeloos biologisch brood moest eten omdat dat nou eenmaal verantwoord is, is echt voorbij.
Alternatieve smurrie komt er niet meer in.’’ Zentveld speelt soepel in op consumententrends. Op zaterdag zijn er kookdemonstraties. Je kunt sparen voor kristallen glazen. Er is een gratis kopje koffie en een kinderhoek met tekenfilms. „En ik wil ook snel kant-en-klaar-maaltijden in het schap hebben, daar vraagt de klant om.“
 
Idealisten van de oude stempel vinden Zentveld veel te commercieel. „Ik ben nog net zo’n idealist als toen ik ooit begon, maar ik ben niet dogmatisch. Het gaat er om zoveel mogelijk mensen biologisch te laten kopen. Dan moet je met je tijd meegaan.“
 
Maar wat is er milieuvriendelijk aan een biologische kiwi uit Nieuw Zeeland? De vrucht moet immers de halve wereld rond en transport is altijd belastend voor het milieu. „Mijn klanten vragen om een breed aanbod“, zegt Zentveld. „En als ik het niet heb, gaan ze naar Albert Heijn. Daar heb ik ook niks aan. Tuurlijk proberen wij alles zo dichtbij mogelijk in te kopen, maar kiwi’s groeien niet in Nederland. Is het dan zo erg ze van elders te halen?“


Potentie

De potentie van biologische producten blijft niet onopgemerkt. In Alkmaar opende begin vorig jaar Ekoplaza, een bio-super van 1200 vierkante meter. „Het gaat goed“, zegt eigenaar Jos Kamphuys. „Dit jaar komen er twee Ekoplaza-filialen bij, in Bussum en Arnhem. Begin volgend jaar volgt Den Haag.“
 
Ook in het buitenland staan grote partijen klaar, zoals het Belgische Bioplanet dat mogelijk in Zuid-Nederland winkels wil openen. En het Amerikaanse Whole Foods, een biologische supermarktketen met filialen in de VS en Engeland. Met een omzet van zo’n vijf miljard dollar per jaar gaat het richting Albert Heijn (zes miljard euro). Met dit verschil dat ze in Zaandam alleen maar kunnen dromen van de dubbelcijferige groei die Whole Foods al jaren doormaakt.
 
Bestuursvoorzitter John Mackey verhoogde onlangs de omzetverwachting voor 2010 tot twaalf miljard dollar.
„Het zegt genoeg als dergelijke partijen zich oriënteren op de Nederlandse markt“, zegt Van Ruitenbeek van Biologica. „Het broeit. De vraag is niet of de consument meer biologisch gaat kopen, maar de vraag is: wie gaat hem bedienen?“
 
bron: biofair 26/1/2006